Wennen, zo’n bel tussen je benen.

Onlangs heb ik met mijn partner een fietstocht naar Berlijn gemaakt. Om niet te verdwalen heb ik een stuurhoesje aangeschaft voor mijn mobiele telefoon waarmee je de uitgezette route kunt volgen. Toen deze op het stuur was bevestigd was er ineens geen plaats meer voor de bel. Deze heb ik, in een creatieve bui, verplaatst naar een droog plekje onder het zadel.

Monter gingen we op pad. Het stuur zag er supersonisch uit. Het hoesje is waterdicht, helaas heeft het maar heel weinig geregend. Enfin, op het eerste moment dat ik de bel wilde gebruiken zocht ik met mijn linkerhand het nippeltje waarmee het bekende belgeluid zou gaan klinken. Ik moest daarbij stoppen met trappen, anders duwden mijn benen mijn handen weg. Ik vond het nippeltje niet één-twee-drie en vervolgens hoorde ik achter mij al de bel van mijn partner rinkelen en kon ik mijn hand weer naar het stuur brengen.

Bij een volgend bel-moment ging het precies zo. Ik zocht de bel, het duurde even en mijn partner belde. Toen dat goed bleek te werken stak ik bij een volgende keer mijn linkerhand omhoog, waarna zij het belgeluid liet horen. Deze samenwerking was weliswaar effectief, maar desondanks ging ik het met mijn rechterhand proberen. Dat ging al veel sneller en soms was ik mijn partner voor. Ik ging meer anticiperen waardoor ik soms te vroeg belde en mijn voorgangers dat nog niet hoorden. Zo verzonnen we allerlei oplossingen waarmee te leven viel, die soms vermakelijk waren, maar die het allemaal niet haalden bij de bel op het stuur.

Klaarblijkelijk zijn we als mensen goed in staat om omwegen te bewandelen als de meest ideale oplossing niet voorhanden is. Onder het motto “Als het niet kan zoals het moet dan moet het maar zoals het kan”. Ook dat is kwaliteit. En voor je het weet ben je eraan gewend.

Dit is mijn eerste blog. Over een maand verschijnt de tweede. Omdat het kan.

Deel dit via: