Roet in het eten

Misschien was het nog niet zo opgevallen, maar iedere 30e van de maand publiceer ik mijn blog. Inmiddels is dat een heilig moeten geworden, echter dit keer is het mij niet gelukt. Mijn vader gooide roet in het eten. Dat deed hij nooit, bescheiden als hij was. Hij eiste niet zo snel de aandacht op en als er werd gebeld, was het meestal mijn moeder en praatte hij op de achtergrond een beetje mee. Hij luisterde liever. Zelfs toen hij in het verpleeghuis zat en ik vanwege coronamaatregelen via een telefoon en een raam ertussen met hem communiceerde, waren zijn non-verbale uitdrukkingen veelzeggender dan wat hij zei.

Hij hoefde niet de eerste te zijn en was wars van competitie. Willen winnen was niet zijn sterkste eigenschap. En als dat wel van hem werd verwacht kwam vroeg of laat de mededeling: functie elders.

Wandelen en fietsen deed hij graag. Als hij had gekund had hij zeker een stukje meegelopen met zijn kleindochter langs het natuurpad van Groningen naar Brabant voor de Plastic Soup Foundation, onderweg afval prikkend. Hij zou trots zijn geweest op het resultaat van meer dan 120 kg afval. Rotzooi was hem een doorn in het oog. ‘Opruimen’ zei hij vroeger op een nogal commando achtige wijze, als mijn tas op een verkeerde plek in de woonkamer stond.

Wat ik van hem heb geleerd is om dingen niet belangrijker te maken dan ze zijn. Hij kon streng zijn, en tegelijkertijd bleef er altijd een glimlach om zijn mond hangen. Alsof hij wilde zeggen, ik wil dit wel, maar ach, ik begrijp ook goed als het niet gebeurt. Neem jezelf niet te serieus, dat was zijn boodschap. Afhankelijkheid was een schrikbeeld voor hem. Hij dopte het liefst zijn eigen boontjes en liet ons dat ook doen. En hij realiseerde zich tegelijkertijd dat totale onafhankelijkheid niet realistisch is en dat mensen ‘wederzijds afhankelijk’ zijn. Zo verwoordde hij dat en zo bracht hij dat in de praktijk. Ik mocht hem vorige week nog helpen met koffie drinken, samen hielden we het kopje vast.

Ondertussen pakken we de draad weer op. Zetten we de stoelen recht, gaan we opruimen, de bloemen herschikken, de krant lezen, maar de letters lijken niet goed door te dringen. Alsof zijn mist nog een beetje is blijven hangen. Gedachten dwalen af en in dromen komt hij voorbij.

‘Te leven is een gunst, te weten hoe een kunst’, vertrouwde jij eens toe aan het papier. Luister maar naar wat Big Daddy daarover te zeggen heeft in de live versie van Walk A Mile In My Shoes. Volgens mij zijn jullie het roerend eens. Dag pap.

Uit: 1000 PINGUÏNS
Door: WASCO

Dit is mijn 47e blog. Over een kleine maand, op de 30e, verschijnt de 48e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via: