Mijn Italiaanse kapper

Op de laatste dag van onze trip naar de hak van de Italiaanse laars, bezocht ik een kapper. Dat doe ik vaker in het buitenland, naar de kapper. Ik heb dan alle tijd, snuif de kapper-cultuur op en ben even verlost van alle stadse indrukken.

Ik zei in mijn beste Italiaans dat hij mij met een machientje mocht doen. Zo doet mijn Turkse kapper in Arnhem het immers ook. Maar nee, daar was geen sprake van. Alles met de hand, net zoals Michelangelo het ook altijd gedaan heeft, zo zei hij. Het zou een kwartiertje duren, het werden er drie. Hij begon over voetballen, soms tegen mij, soms tegen andere klanten in de zaak. Noemde wat namen van legendarische NL voetballers. Ik begon over wielrennen, hoewel mij dat totaal niet interesseert, maar wist zo gauw geen ander onderwerp in het Italiaans te bedenken. En om nu over de Italiaanse begroting te beginnen vond ik weer wat overdreven. Ik noemde Dumoulin en na drie keer viel het Italiaanse kwartje. Deze meneer houdt van wielrennen, mensen!

Tussendoor ging zijn mobiele telefoon een paar keer. Dan liep hij naar buiten en voerde hevig gesticulerend een gesprek. Vervolgens stortte hij zich weer vol toewijding op mijn weelderige haardos. Of er kwam iemand binnen die hem op de schouder sloeg. Dan stopte hij even met knippen, babbelde wat en ging door toen zijn vriend de zaak ongeschoren verliet.

Stiekem werd ik jaloers op deze man. Beetje knippen, beetje babbelen, beetje lachen, en dat allemaal in een mooie Italiaanse stad. Straks zeker nog een cappuccino. Wie wil dat nou niet?

Aan de muur wemelde het van de oorkondes en prijzen die hij had gewonnen. Wel allemaal in de jaren 80 en 90, zo bleek. Maar goed, hij had ze toch maar. En hij was er trots op. Het komt allemaal goed met Italië, dacht ik, toen ik weer met een frisse blik door de stad liep. Ciao.

Dit is mijn 18blog. Over een maand verschijnt de 19e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via: