Waarde

Binnenkort komen de verhuizers om al onze spullen naar Friesland te brengen. Als ik nu naar rechts kijk, zie ik een fraai kerkgebouw, mooie rode daken en fier oprijzende schoorstenen. Dat uitzicht ga ik straks missen, althans, ik ga het niet meer zien. Of ik het ga missen is nog maar de vraag, want het uitzicht daar komt ervoor in de plaats: bomen, weilanden, koeien, schapen. Veel natuur of wat daar voor moet doorgaan. In de verte boten die richting Groningen varen en treinen richting Leeuwarden.

We hebben grote schoonmaak gehouden en veel spullen weggedaan. Wat moet ik met een studieboek over de financiering van de zorg uit 1986 op het Friese platteland? Een boek dat al jaren in een doos zit verdwijnt rechtstreeks in de papierbak. Meer discussie levert een fles op met echte centen erin en omwikkeld met papier maché, dat ik op de lagere school heb gemaakt en oranje heb geverfd. Die fles is al vele keren meeverhuisd maar nu vraag ik mij toch echt af wat ik ermee moet. In de flessenhals zit een opgevouwen briefje met een overzicht van de jaren wanneer de centen zijn gemaakt. 1963, 2 centen, 1964 7 centen, enzovoorts. Een mooie illustratie van mijn spaarcapaciteiten, maar het bleek iedere keer te weinig te zijn om een leuke aankoop mee te financieren. Dus erg nuttig is het nooit geweest, maar waren dat soort zaken nou juist niet van veel waarde?

De grootste uitdaging straks is: waar zetten we wat neer. Daar moeten we vooraf over nadenken want de verhuizers doen dat niet. En we kunnen niet alles op zolder laten zetten en dan later maar kijken hoe we het gaan verdelen. Dus is er een plan om met ruitjespapier de vertrekken na te tekenen, de meubels op schaal uit te knippen en te kijken waar we wat kunnen plaatsen. Dat plan is er al maanden, maar eerst was er nergens ruitjespapier te vinden en daarna waren er steeds belangrijker dingen te regelen, zoals nieuwe wc potten uitzoeken, muren sauzen en sinds kort pruimen plukken uit onze zwangere pruimenboom. En zo nadert het moment van de waarheid, vergelijkbaar met de mailtjes die je krijgt als je online iets bestelt: ‘het pakket is ingepakt en staat klaar voor verzending’, gevolgd door ‘het is aangeboden aan de bezorger’ en zo nog minimaal drie andere zinloze berichten waarop ik telkens denk: kom het nou maar gewoon brengen. Zo zal het met de verhuizing ook wel gaan en ik vermoed dat de fles met centen toch weer ergens zal opduiken in Friesland.

Uit: 1000 PINGUÏNS Door: WASCO

Dit is mijn 63e blog. Over een maand verschijnt de 64e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via:

Erg

Defensiedeskundige Rob de Wijk zegt in een intrigerend interview in de Volkskrant dat er ‘niks ergs’ is gebeurd als blijkt dat twintig mensen door een bomaanslag om het leven zijn gekomen in Afghanistan. Hij was daar voor z’n werk en reed in een gepantserde auto toen een bom, die voor hen was bestemd, 50 meter achter hen insloeg. ‘Ik kan niet met iedereen compassie hebben’.

Natuurlijk heeft hij een punt en natuurlijk vindt hij het verschrikkelijk wat er in oorlogsgebieden gebeurt, maar ‘op zo’n moment telt alleen dat jij er doorheen bent gekomen’, zo zegt hij. Dat is de mentaliteit van een sporter en dat blijkt hij ook geweest te zijn. Bij het wedstrijdzeilen heeft hij geleerd heel hard voor zichzelf te zijn, en voor de buitenwereld.

Eenzelfde mechanisme deed zich voor toen ik deze week op de snelweg reed richting Friesland en hoorde over boerenprotesten op de A7 tussen Heerenveen en Groningen. Door een eerdere afslag te nemen dan gebruikelijk heb ik de file kunnen ontwijken en is mij ‘niks ergs’ overkomen, terwijl vele anderen verderop op de A7 achter een aantal tractoren sukkelden en niet op tijd achter de aardappels zaten. Hiermee wil ik het leed van filerijders niet gelijktrekken met twintig doden, want daar gaat het nu niet om. Vaak is dit een kwestie van pech of geluk en dat is nou eenmaal niet gelijk verdeeld. Hoewel, ook de andere weggebruikers hadden toegang tot dezelfde file-informatie, dus waarom zij toch doorreden over de snelweg is mij een raadsel.

Rob de Wijk zet makkelijk de knop om, zo zegt hij. Daardoor ligt hij nergens wakker van. Nou wil ik mij niet met hem vergelijken, maar ergens wakker van liggen overkomt mij ook niet zo snel. En áls ik al eens wakker lig, dan weet ik meestal niet waarvan. Híj zou tenminste nog een goede reden hebben en daarom is het des te knapper dat hij die knop zomaar even kan omzetten. Niet dat hij zich daarop laat voorstaan, want deze geharnaste instelling heeft ook nadelen, zo zegt hij. Even knuffelen met de kleinkinderen blijkt knap lastig voor hem te zijn. Zou daar dan ook niet een knop voor zijn?

Uit: 1000 PINGUÏNS Door: WASCO

Dit is mijn 62e blog. Over een maand verschijnt de 63e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via:

Bankgeheimen

Vorige week haperde de app van mijn bank en kon ik geen bankzaken meer regelen met mijn telefoon. Ik kreeg de melding dat ik mij naar een bankgebouw moest begeven om de zaak weer vlot te trekken. Het adres werd er bijgegeven dus de volgende dag parkeerde ik mijn fiets bij het welbekende gebouw, dat ik al jaren niet meer had bezocht. Nietsvermoedend liep ik naar binnen en kwam in een lounge-achtige omgeving terecht met een koffiecorner en leuke zitjes, terwijl ik een loket had verwacht met glas en een man met stropdas. Dus ik liep weer even naar buiten om te zien of ik het goede gebouw was binnengewandeld en dat bleek inderdaad het geval. Binnen werd ik door een glimlachende host welkom geheten en ze vroeg waarvoor ik kwam en of ik koffie wilde. Ja, graag! Ik legde mijn probleem uit en mocht plaats nemen op één van de bankjes, er zou iemand naar mij toe komen. Vol verwachting klopte mijn hart hoe dit avontuur zou aflopen. Na enige tijd kwam er een man naast mij op de bank zitten, met laptop en zonder stropdas. Hij had koffie meegenomen, waarschijnlijk had de host hem dat verteld want hij wist ook al wat mijn probleem was. ´Dus u komt er niet meer in?’ zei hij luchtig en stelde zich vervolgens voor. Om te verifiëren wie ik was wilde hij mijn paspoort en bankpasje zien. Hij rommelde wat op zijn laptop en liet mij de pincode van mijn bankpasje invoeren. Na enige tijd zei hij dat het probleem was opgelost en ik er weer in kon. ‘Ja, maar’ begon ik, want ik kreeg nu het gevoel dat ik min of meer voor niks deze reis had ondernomen, ‘wat heb ik eigenlijk verkeerd gedaan?’ vroeg ik om er zo toch nog wat van te leren. ‘Oh niks hoor, u heeft waarschijnlijk een paar mailtjes gemist en dan stopt het systeem op een gegeven moment’. Ik wilde eerst nog terugzeggen dat ik nooit mailtjes mis, maar realiseerde mij net op tijd dat dat niet geldt voor de berichten van mijn bank in de app. Dat zijn vaak nieuwe incassomachtigingen, kwartaalrapportages of jaaroverzichten waar ik meestal niet erg nieuwsgierig naar ben. Dus mogelijk had deze meneer gelijk en heb ik ze gemist. Ik bedankte hem voor de moeite en nam nog even de tijd om mijn koffie op te drinken waar ik niks voor heb hoeven betalen. Je snapt niet waar zo’n bank het van doet.

Uit: 1000 PINGUÏNS Door: WASCO

Dit is mijn 61e blog. Over een maand verschijnt de 62e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via:

Betrouwbaar

Op 1 april ontving ik een brief van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) of ik een vragenlijst wilde invullen. Ik ben nooit zo dol op vragenlijsten, maar hier bleek ik niet omheen te kunnen want deze was verplicht. Ik legde de brief weg in de hoop dat ze mij zouden vergeten, maar nee, enkele weken later kwam er een herinneringsbrief met de vriendelijke veronderstelling dat de brief mogelijk aan mijn aandacht was ontsnapt en daar stond wederom in dat het verplicht was. Ik zocht het even op en ja, als ondernemer ben je volgens de CBS-wet inderdaad verplicht mee te werken. Schoorvoetend nam ik plaats achter mijn laptop, vulde gebruikersnaam en wachtwoord in die in de brief stonden en kreeg een foutmelding. Of ik het later nog eens wilde proberen. Dat deed ik natuurlijk want ik begon er langzamerhand zin in te krijgen en had er wat tijd voor ingeruimd. Helaas, weer een foutmelding. Na de derde keer gaf ik het op en wilde ik het CBS een mail sturen dat ik het echt had geprobeerd, maar etc. Dat leek mij bij nader inzien niet geloofwaardig want ja, dat kan iedereen wel zeggen zouden ze mij dan terugmailen. Leer mij de overheidsinstanties kennen. Dus de volgende dag probeerde ik het opnieuw en dit keer lukte het. Ik kwam in de vragenlijst en één van de eerste vragen was waarover mijn adviezen gingen, want ze hadden begrepen dat ik een Pr en advies bureau runde. Ging het over personeelsmanagement? Nee. Over financiën? Nee. Over sales en marketing? Nee. Omdat er geen vrije tekst was kon ik mijn ei nergens kwijt. En toch moest ik iets kiezen, want anders kon ik niet door met de rest van de vragen. Prima, dan gaan mijn adviezen toch over sales en marketing. Ook bij andere vragen waren er categorieën waar mijn ei niet in paste dus ik riep maar wat. Het begon echt lollig te worden tot er een vraag kwam over omzet en kosten die ik wél kon beantwoorden, maar inmiddels was ik zo op dreef dat ik ook hier zomaar wat riep. Ik zat behoorlijk in de flow en zag dat ik nog een paar vragen te gaan had. Het eind van het liedje was dat ik de vragenlijst kon opslaan en downloaden voor mijn eigen administratie, maar dat leek mij overbodig. Ik ondertekende digitaal en wenste het CBS veel succes met de analyse. Want dat is wat er gebeurt, het CBS verwerkt en analyseert de gegevens tot ‘algemene economische statistieken die openbaar toegankelijk zijn’. Dit gebeurt gelukkig onder strikte geheimhouding. De gegevens van mijn eenmansbedrijf zijn later dus niet te achterhalen. Kijk dat doen ze nou weer goed bij het CBS. Ben heel benieuwd wat ik er in de krant nog eens over teruglees.

Uit: 1000 PINGUÏNS Door: WASCO

Dit is mijn 60e blog. Over een maand verschijnt de 61e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via:

Afleiding

Al lezend verplaats ik mij van de ene stad naar de andere. De trein rijdt gestaag door en in de stiltecoupe hoor ik het geluid van een hoestende man. Een diepe, verontrustende hoest. Ook hoor ik iemand Engels praten en door de telefoon wordt er teruggepraat. Verstaan kan ik het niet, de afstand is te groot. Het leidt mij niet af van mijn bezigheden. Dit in tegenstelling tot de vrouw die schuin tegenover mij zit. Zij is van middelbare leeftijd en zit in een broekrok een boek te lezen. In een snelle beweging doet ze haar benen wijd en weer terug. Misschien was dat even nodig, maar ze herhaalt deze beweging na ongeveer een minuut. Eén keer heel wijd en weer terug. De broekrok zwabbert daarbij tegen haar benen en veroorzaakt een kleine windvlaag aan de grond. Ondertussen leest ze gewoon door. Na de derde keer ga ik er op zitten wachten en ja hoor, daar gaan ze weer. Ik spreek mezelf vermanend toe en concentreer mij op mijn boek. Iedere zin moet ik tweemaal lezen. Ik kijk de vrouw even aan, maar zij zit geconcentreerd te lezen. Waarom leidt mij dit zo af? Het antwoord interesseert mij eigenlijk niet zo veel, een verklaring is niet altijd goed voor het humeur. Ik kijk naar buiten en denk aan Jules Deelder die zei dat de natuur is wat je tegenkomt als je van de ene stad naar de andere reist. Langzamerhand begin ik te begrijpen wat hij daarmee bedoelt. De Engelse conversatie is nog steeds aan de gang en ook de diep hoestende man laat weer van zich horen. Als we na verloop van tijd de volgende stad naderen, stopt de vrouw het boek in haar tas en trekt haar jas aan. Alvorens ze door het gangpad schuifelt knikt ze mij vriendelijk toe en wenst mij nog een fijne dag. Ik mompel wat terug, kijk weer naar buiten en zie op het station een gedicht van JD verschijnen.

Aan de Maas

Aan de Maas gezeten
turend in het zwerk
het stadsgeraas geweken
ontstijgt men aan zichzelf

Op hoger plan gekomen
wiekend door de lucht
de zwaartekracht te boven
vindt men een ander terug

O vogel van verlangen
wiegend op de wind
verlos ons van elkander
en van elkaars gewicht

Uit: 1000 PINGUÏNS Door: WASCO

Dit is mijn 59e blog. En dat ben ik ook bijna. Over een maand verschijnt de 60e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via:

Op het matje

Al het hout dat ik deze dagen snoei, bewaar ik zorgvuldig om te laten drogen. Daarmee kan ik op termijn de houtkachel aansteken. Dat betekent dat ik met een snoeischaar, een heggenschaar, een handzaag en handschoenen behoorlijk in de weer ben. Deze werkzaamheden brengen rust in mijn hoofd maar zijn tegelijkertijd behoorlijk vermoeiend. Het is soms rukken en trekken aan takken die liever willen blijven hangen en dan lopen de zweetdruppels over mijn rug en voorhoofd. Soms denk ik dat een veiligheidsbril nog helemaal niet zo’n slecht idee is. Of misschien zelfs een helm met oordoppen zodat ik mij stilzwijgend solidair verklaar met de protestbeweging in Oekraïne. Eenmaal geveld dan knip ik een grote tak in kleinere, totdat ze te dik zijn voor de snoeischaar en ik zwaarder gereedschap inzet. Uiteindelijk krijg ik ze allemaal klein en gooi ik ze op een hoop. Tussendoor neem ik een stevige kop koffie om weer vrolijk en verdrietig tegelijk de volgende tak aan mijn snoeiwoede te onderwerpen. Men zegt wel eens dat je het van hout drie keer warm krijgt, nou dit is dan de eerste keer. Ik durf het zelfs heet of witheet te noemen. Ondertussen zitten er toch enkele splinters in mijn vingers, maar dat heb ik graag over voor het goede doel: medelijden.

De gebeurtenissen van afgelopen week hebben mij extra gemotiveerd om deze klus te klaren. De gasprijzen gieren de pan uit. Russisch gas is niet meer vanzelfsprekend en zouden we ook niet meer moeten willen en Gronings gas was dat al langer niet, hoewel de discussie hierover nu toch weer wordt aangezwengeld. En zo breng ik een bizarre oorlog in Europa terug tot mijn eigen kleine particuliere overwegingen en problemen: hoe krijg ik die koleretakken klein? Wanneer giet ik die koffie naar binnen? Waar is die verdomde snoeischaar gebleven?

Maar we hebben wel een mat gekocht waar de verantwoordelijken voor deze oorlog op moeten verschijnen. Vroeg of laat gaat dat gebeuren en die gedachte werkt heilzaam. Naast de mat hangt een spiegel waar Lévi Weemoedt een liedje op heeft geschreven:

Spiegelbeeld vertel eens even

Heb ik echt zo’n droeve kop?

Moet ik daarmee verder leven?

Nee, ik hang mij liever op.

Voor de zekerheid laat ik een paar stevige takken hangen, dan kan men de daad bij het woord voegen. Ook die gedachte werkt heilzaam.

Uit: 1000 PINGUÏNS Door: WASCO

Dit is mijn 58e blog. Over een maand verschijnt de 59e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via:

Wat Blake

Afgelopen drie jaar heb ik in etappes Nederland rondgefietst. Ik vertrok in Arnhem en fietste linksom langs de binnenrand van Nederland. Na 30 etappes was ik rond dus zo’n 10 etappes per jaar. Met ongeveer honderd kilometer per etappe kom ik op 3.000 km. Tot zover de cijfers.

Op de fiets voel ik mij verbonden met de omgeving. Of zoals een Haagse vriend altijd zegt ‘één met de natuur’. Ik hoor vogels fluiten, voel de wind langs mijn huid aaien en zie wolkenluchten die zo uit een van Ruysdael kunnen zijn geplukt. Fietsen inspireert. Waar Nietzsche zeven uur per dag wandelde om ideeën op te doen, zit ik die uren op de fiets. De eentonigheid van het fietsen kan het leven verrijken. De cadans van het trappen heeft een helende werking. Ook bij regen en wind of misschien wel juist. De belangrijkste vragen zijn hoe te fietsen, wat te eten en waar te slapen. Het ware geluk zit in de eenvoud en het antwoord op deze vragen.

Het fietsen is tevens een zoektocht naar vrijheid. Door te fietsen kan ik de vaste lasten afschudden. Ik ben geworden wat ik aanvankelijk nooit had willen zijn: een getrouwde man met baan, hypotheek en kinderen. Nu het, gelukkig, toch zover is gekomen, is fietsen een tegenwicht en het fietspad mijn man cave: Ik fiets dus ik ben vrij.

Waarschijnlijk heb ik het fietsen van mijn vader geleerd. Hoewel hij een hekel had aan sport, fietste hij graag. Zelfs in het verpleeghuis gingen we nog geregeld met de duo-fiets op pad. Hij genoot zichtbaar van de kalme bewegingen en kon zich helemaal overgeven aan de cadans. We zeiden dan nooit veel en lieten de omgeving spreken.

Straks verschijnt er een boek. Er is een uitgever gevonden die er wel brood in ziet. Vanzelfsprekend duurt het nog even want eerst moeten alle puntjes op de i worden gezet. Dertig etappes dus 30 verhalen die ik later, als ik zelf in een verpleeghuis zit, nog eens kan nalezen. Rijkelijk geïllustreerd door zoonlief die de tocht vanuit zijn werkkamer dunnetjes overdoet. Fietsen verbindt. Net als het gedicht van de Engelse William Blake waar ik fietsend lang op zou kunnen kauwen.

De wereld zien in een korrel zand/ en de hemel in een wilde bloem/ bergt oneindigheid in de palm van je hand/ en eeuwigheid in een uur

Uit: 1000 PINGUÏNS Door: WASCO

Dit is mijn 57e blog. Over een maand verschijnt de 58e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via:

Geluk in 2022

Het verhaal gaat dat Hillary en Bill Clinton samen bij een tankstation in haar voormalige woonplaats een ex-vriend van Hillary ontmoetten. ‘Fijn hé’ zegt Bill, als ze weer samen in de auto zitten, ‘dat je met mij getrouwd bent, anders was je hier pompbediende geweest’.

Toen ik afgelopen week naar een interview keek tussen Yuval Noah Harari en Janine Abbring, was ik onder de indruk van de manier waarop onze wintergast zijn leven leeft. Hij stond op het punt om voor twee maanden naar een stilte-meditatie te vertrekken en doet hij dat niet, dan mediteert hij zo’n twee uur per dag. Waar haalt hij de tijd vandaan? Nou heeft hij geen smart telefoon, dus dat scheelt. Maar dan nog, het lukt hem toch maar om boeken te schrijven, les te geven, zich te laten interviewen en ook nog diverse series op de televisie te bekijken. En los van de tijd, het lukt hem ook om een aantal interessante antwoorden te geven op vragen van de mensheid, zoals hoe wij de heersers van de wereld konden worden. Of hoe het misging tijdens de ‘agrarische revolutie’, waarbij wij overgingen van een leven als jager-verzamelaar naar een veel ongezonder sedentair bestaan met een vaste woonplaats. Mensen trokken na deze revolutie niet meer als nomaden rond, maar gingen landbouw bedrijven en vestigden zich in dorpen en steden. Deze agrarische revolutie ligt alweer zo’n 13.000 jaar achter ons, dus het gaat hier om grote stappen. Er ontstond toen, zo meldt Harari, ongelijkheid tussen een kleine groep landeigenaren aan de ene kant en een aanzienlijke groep landarbeiders aan de andere kant. Bovendien, zo zegt hij, zijn we in de luxe-valkuil gelopen: luxe ontwikkelt zich tot noodzaak wat weer nieuwe verplichtingen schept. Tja, daar zit je dan in je comfortabele televisiestoel, omgeven door een knapperend haardvuurtje met een kopje thee binnen handbereik.

Meditatie ziet hij als een belangrijk wapen tegen de grote uitdagingen die op ons afkomen omdat het een manier is om ‘de waarheid over jezelf’ te leren kennen. Dat is een mooie uitdaging om een nieuw jaar in te gaan. Ik ga een poging doen door mijn vaste woonplaats in de Gelderse hoofdstad in te ruilen voor een dorpje in Friesland om daar als jager-verzamelaar achter de koeien aan te gaan. Ook houd ik tijd over die ik kan investeren in uitkijken over het platteland en mijmeren over hoe het leven had kunnen lopen.

‘Ja fijn hoor’, zou Hillary tegen Bill hebben opgemerkt, ‘maar als ik met hém getrouwd was, was híj president van de Verenigde Staten geworden’.

Uit: 1000 PINGUÏNS Door: WASCO

Dit is mijn 56e blog. Over een maand verschijnt de 57e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via:

Hoe volle?

In het boek De Friezen van Flip van Doorn staat een passage dat gaat over hoe Friesland is ontstaan. De schrijver is bij de bron van de Rijn in Zwitserland. De bergen daar zijn in de loop van miljoenen jaren uitgesleten en de rivier heeft het zand en de steentjes meegenomen op haar tocht via de Rijn in Duitsland en de IJssel in Nederland richting IJsselmeer, om het daar los te laten. Eigenlijk bestaat Friesland uit stukken berg die uit Zwitserland zijn komen aanvaren en dat beeld trof mij. Nu begin ik te snappen dat die Friezen zo trots zijn op hun land, hoewel, hún land, het is eigenlijk allemaal import. Ik heb enkele jaren geleden ook die berg in Zwitserland fietsend beklommen en de bron van Friesland mogen aanschouwen. Het is inderdaad mooi daar.

En dan de Friezen zelf. Vanzelfsprekend is het een volk dat doortastend is en veel waarde hecht aan vrijheid en zelfstandigheid. Hun heitelân heeft binnen Nederland altijd een status aparte behouden en dat gun ik ze van harte. Maar, zo zegt van Doorn, de voornaamste reden dat de Romeinen de Rijn als grens van hun rijk aanhielden, was dat ten noorden ervan nauwelijks iets te halen viel. ‘Het onderwerpen van een volk dat half op het land half op het water leefde en zo weinig bezittingen had dat het de grond op moest stoken, zou meer kosten dan het ooit aan belastinginkomsten kon opleveren’. Tja.

Vandaag gaan we mijn vader uitstrooien, in Friesland. Na een mooi leven en een gelukkig huwelijk staat zijn urn alweer enkele maanden op de schoorsteenmantel. Samen met mijn moeder en broers gaan we daar een mooi moment van maken. Tenslotte zijn ze in Friesland getrouwd en heeft mijn moeder er in haar jonge jaren gewoond. Tot stof zult gij wederkeren, staat er in de bijbel. Wederkeren tot de aarde en in dit geval de Friese aarde. Kansas maakte er in 1977 een prachtig nummer over, Dust In The Wind. Hopelijk voelt hij zich daar thuis. Ik vermoed van wel, als ze maar niet al te Fries tegen hem gaan praten, want dat verstond hij meestal niet zo goed. ‘Hoe volle?’ vroegen ze hem een keer toen hij koffie bestelde in een Fries café. Nou doe maar lekker vol, zei hij, maar ze wilden weten hoevéél kopjes koffie hij wilde. Lachen met die Friezen, ik verheug me erop. Het ga je goed daar! En na afloop drinken wij volle koffie. Op jou.

Uit: 1000 PINGUÏNS Door: WASCO

Dit is mijn 55e blog. Over een maand verschijnt de 56e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via:

Stabiele ongelijkheid

‘Inkomensongelijkheid al jaren stabiel’, las ik onlangs in de krant. En het stelde mij gerust, vooral door dat woordje ‘stabiel’. Dan zit het wel goed, zo dacht ik. Iets wat stabiel is, is in ieder geval niet labiel. Dat zou meer reden zijn tot zorg. Echter, toen ik het nogmaals tot mij door liet dringen, vroeg ik mij af of dit nu goed of slecht nieuws was. Het bleek geen goed nieuws te zijn. Zo las ik over de Lorenz-Curve en de Gini-coëfficiënt, allemaal manieren om de ongelijkheid te meten en te vergelijken. Interessante materie en ik waande mij weer op de middelbare school, waar dit waarschijnlijk ook is behandeld. Economie heb ik altijd een mooi vak gevonden, vooral door de manier waarop de leraar de lessen indeelde. Eerst bleef hij een kwartier buiten roken, daarna kwam hij binnen en ging wat babbelen met enkele leerlingen over de economische impact van mooi weer en lange dagen. Tot slot ging hij er vol in om zijn lesstof er binnen een half uur doorheen te jassen. Onvergetelijk en heel stabiel.

Enfin, qua ongelijkheid deden we het in Nederland nog niet zo slecht, zo stond er, omdat de ongelijkheid in bijvoorbeeld Spanje en het Verenigd Koninkrijk veel groter is. Binnen Nederland zie je ook grote verschillen. In gemeenten zoals Blaricum en Wassenaar is de ongelijkheid groter en ook in studentesteden is dat meestal het geval. Op sommige dagen maak ik mij daar zorgen over en op andere dagen kwaad. Als ik zie wat een doktersassistent verdient in een huisartsenpraktijk dan vind ik dat bedroevend weinig. Ze hebben de meest lastige positie. Ze moeten veel telefoontjes opvangen van ongeruste patiënten. Ze krijgen van alles naar hun hoofd geslingerd omdat de patiënt soms meteen de dokter wil spreken. En de werkdruk is enorm omdat er een tekort is aan assistenten. Eenmaal bij de huisarts zijn de patiënten meestal poeslief en is het ja dokter nee dokter. Dit is nu nog actueler dan ooit omdat, zo vertellen ze mij, het geduld van de patiënten op is en men eerder aan de taks zit. De agressie trainingen zijn niet aan te slepen. Daar hebben ze dan ook weer een protocol voor, dat is het goede nieuws. Kortom, er is wat aan de hand. Ook elders zijn er tekenen dat er wat aan de hand is. De stabiele ongelijkheid is te hoog. En de assistenten verdienen meer.

Uit: 1000 PINGUÏNS Door: WASCO

Dit is mijn 54e blog. Over een maand verschijnt de 55e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via: